Huysmans Marcel

° 17.07.1946

† 13.02.2020

leraar technol. opv. / bouwfysica / informatica van 1972 tot 1987 in het H.Pius X - Instituut.

TBS55+ 01/10/2001


 

De veelzijdigheid van Marcel Huysmans’ talenten zijn niet in enkele woorden te beschrijven.

Als ingenieur leerden wij hem op Pius X kennen als de eerste en bekwame leraar technologie in het Vernieuwd Secundair Onderwijs (VSO). Zijn technische bekwaamheid, zijn schrijftalent en levensidealen spreidde hij ten toon in alle mogelijke organisaties die hem ter harte lagen : de nationale leiding van de Chirojeugd kon op zijn talenten rekenen. Zijn dochter werd er nationale voorzitter. Zijn christelijke idealen maakte hij waar op zijn parochie.

Als ‘probleemoplosser’ -lazen wij op zijn overlijdensbericht- maakte hij zich waar als een onverdroten bezieler op al wie op hem beroep deed! Zoals ook en vooral Seniorpix lag hem na aan zijn hart. Dank zij zijn medewerking kon onze vereniging rekenen op gunstige voorwaarden van het gebruik van ‘de Koekoek’ als vaste stek om samen te komen.

Zijn ambitie als leider en onderdirecteur maakte hij waar in de campus van de Mechelse hogeschool O.L.Vrouw van den Ham.

Als schrijver liet hij zich kennen als een fantasierijke verteller en onuitputtelijke schrijver van zijn zogenaamde ‘schuinschrijfsels’ in een door iedereen te lezen weblog . Graag had hij deze uitgegeven in een aangenaam lezende boek, vertelde hij mij.

Zijn kinderen en kinderen waren zijn ‘mannekens’, die hij leerde vechten en volhouden om daar te geraken waar ze willen komen’ lazen wij op zijn gedachtenisprentje. Denies was zijn trouwe ‘varensgezel'.

Marcel, wij waren fier op u om te mogen genieten van je daadwerkelijke hulp en bijstand wanneer het nodig was. Oprechte dank uit de grond van ons hart.

Jef Deca dankt je als echte vriend te mogen ervaren!

 

Beste familie en allen die digitaal mee herdenken,

het is geen sinecure om Marcel in een notendop te typeren, iets waar hij het zelf ook vaak moeilijk mee had nl. kort en bondig zijn! Toch hebben wij dit vanuit Piustien geprobeerd.

Marcel werd in 1972 door directeur Karel Raeymaekers aangeworven om in het eerste en tweede jaar van het VSO Technologische Opvoeding te geven, nadien tot in de derde graad. Vermits dit een nieuw vak was werd hij met zijn goede vriend Jan Huysmans naar vele colleges in Vlaanderen uitgestuurd om dit vak voor te stellen. Ondertussen zat hij ook in de leerplan-commissie, leidde hij vele nieuwe TO-leraren op en had hij de Piustien-microbe van het handboekschrijven te pakken. Typerend voor Marcel was zijn hulpvaardigheid naar jonge collega-beginners toe. Nooit kon je iets verkeerd vragen en steeds stond deze duizendpoot en uitstekend leraar klaar om uitgebreid te helpen en waardevolle tips te geven. Van meetafaan opende hij zijn ‘café repair’ avant la lettre en kon iedereen met allerlei apparaten bij hem terecht. De lachwekkende anecdotes gerelateerd aan zijn depannages als ‘Marcel Herstel’ zijn ontelbaar.

In de zomer van 1987 kreeg Marcel het aanbod om onderdirecteur te worden in de HAM-Hogeschool in Mechelen maar vooraleer hij vertrok vroeg hij de toestemming aan de directie want hij wilde ‘zijn piustien’ niet teveel problemen bezorgen met zijn vertrek.

Marcel was ook jarenlang voorzitter van het plaatselijk schoolcomité van Pius X en na de herstructurering van het schoolbestuur werd hij lid van de Algemene Vergadering. Ondertussen stond Pius X voor twee grote bouwprojecten en terwijl andere scholen voor de opvolging van zulke projecten een bouwadviseur aanwierven, vroeg men in ons geval aan Marcel om deze taak op zich te nemen, omwille van zijn grote ervaring én nuchtere kijk. Steeds was hij op post op de vele vergaderingen en werfbezoeken ook toen het voor hem hoe langer hoe moeilijker werd om zich te verplaatsen. Zijn adviezen getuigden steeds van gezond verstand en hij heeft die projecten mee tot een goed einde gebracht. Ze houden de herinnering aan Marcel levendig.

‘Neen zeggen’ stond niet in Marcel’s woordenboek en behulpzaam? Je moest maar A zeggen en B was al klaar. Zo waren Paul Cautreels en ik zeer blij dat hij ons reisleidersgroepje van PTT – Pius Tien Travel Team – kwam versterken. Onze eenvoudige reisgidsjes van weleer werden dankzij hem mooie gedetailleerde parels, vaak in 3 volumineuze delen. Had het gekund stak hij er van elke hotelkamer nog een elektrisch- en veiligheidsschema bij. Ooit vroegen wij hem of hij ook genoot van die prachtige reizen die we maakten?

Zijn antwoord: als de mensen genieten, geniet ik ook. En vind je het eten lekker, Marcel?

Nuchter en een beetje cynisch antwoord : voor mij smaakt alles hetzelfde.

Als bestuurslid van Seniorpix – de vereniging van piustiengepensioneerden – zorgde hij ervoor dat de thuissamenkomsten in zaal De Koekoek nog steeds kunnen doorgaan. Daar was hij onze rots in de branding: planningen maken, contactenleggen, uitnodigingen in een mooie format gieten. Zo getalenteerd, zovele ideeën. Hij was recht door zee, geen poespas maar wel luisterbereid om tot compromissen te komen. We mogen ook niet vergeten dat hij gids was voor de historische rondleidingen op Fort II in Wommelgem, alweer met hart en ziel en veel kennis en aandacht voor kinderen.

Wie zijn blogs las weet dat hij een erudiet en vaardig schrijver was met veel oog voor emotie en soms verrassende inzichten. Waar hij voor tekende, smeet hij zichzelf volledig of het nu secretaris was voor de politieke verkiezingen of medepresentator van de scoutsquiz in Ruisbroek, ook als medestichter van de grote Piustienquiz en trouw lid van ons Sintjozefsgeno(o)tschap op school, enz. enz.

Beste Marcel, jij had een groot hart maar jammer, het was niet sterk want we hadden je nog graag veel langer bij ons gehad. Die onvoorwaardelijke liefde en engagement voor Pius X en zovele andere dingen..., het siert je. Ik zeg dit zeer graag namens Monique, Paul, Jan, Peter, Reinhart, Fred, Erik, Paul, zovele anderen en mezelf. Beste familie, jullie man, vake, opa was een fijne kerel. En jij beste Celle, goede vriend, elke piustiener blijft jou in zijn hart dragen en verdomd, nu moeten we onze problemen zelf oplossen, fixer!

Een groep collega's

 

Marcel Huysmans in zijn blad:

Samen een weg afleggen, schept banden

Mensen die samen leven als familie of vrienden, hebben afgesproken om met elkaar een band te hebben. Die afspraken over het leven houden ook al de grote gebeurtenissen in, en daaronder valt ook de dood. Het is ook begrijpelijk dat mensen, zelfs over die grens heen, met elkaar willen spreken en tijd maken om opnieuw te denken aan elkaar…

‘Ik ben ontroostbaar, nu jij er niet meer bent’ kan hol klinken, maar als het van binnen donker is, durf je zeggen wat je meent. ‘Ik had nog iets tegen je willen zeggen of iets van je willen horen. Kan ik nog iets voor je doen? Waar ben je nu? Ben je echt weg of ben je nog ergens? Ik wou dat ik dat kon geloven en dat je me nog kunt zien. Maar het leven gaat voort en omdat ik weet waarvan je droomde, wil ik nog iets van die dromen realiseren…’ Ook dat kan opluchten. Of je daarvoor een grafsteen, een urne, een lievelingsplek, een stille ruimte of een kerk nodig hebt, is persoonlijk en moet niet verantwoord worden. Dat is de band van Allerheiligen…

Verbonden met de natuur

Allerheiligen en Allerzielen zijn verbonden met het ritme van de natuur en haar vergankelijkheid. Het is de tijd van weemoed en het trage, kleurrijke spoor van het seizoen naar de winter en het gevoel dat de tijd op een onwrikbare manier zijn gang gaat en zijn spel met ons speelt. De seizoenen in ons leven wisselen elkaar af. We komen op de aarde als een kind, verwonderen ons over het leven, de natuur, ontdekken de wereld en ontdekken onszelf. We zitten vol met plannen en idealen die we willen bereiken in werk en relaties. We komen tot bloei en worden ouder. En we ervaren dat we altijd weer afscheid nemen. Afscheid van onze jeugd, afscheid van mensen die ons dierbaar zijn. In de winter van ons leven, als het ons bezeert en pijn doet, zijn we weer op weg naar het voorjaar. Maar eens stopt dat. Doodgaan is stoppen met sterven. Dood gaan is het laatste wat je doet!

Beschavingen laten dikwijls hun waardigheid zien in de wijze waarop ze vredig en respectvol met de vergankelijkheid van het leven omgaan en hoe ze hun doden gedenken. Het is belangrijk het verhaal van mensen te blijven vertellen en hun namen te noemen.
Dankbaar gedenken van geliefden en vrienden heeft ook zijn tijd nodig.