Thys Michel
° 02.04.1929 Kalmthout
+ 21.01.2003 Kalmthout
Leraar Nederlands - MNS
Op 29 januari woonden vele collega's in Kalmthout de begrafenisplechtigheid bij van Michel Thys.
Zij waren getuige van de serene en ontroerende wijze waarop Michel afscheid nam van zijn grote familie maar ook van ons.
Michel heeft zich door zijn diepe en intense kijk op het leven (en dood) gegraveerd in onze herinnering en zal daar niet meer kunnen gewist worden.
Collega Herman De Graef geeft hieronder een impressie (waarvoor dank) van de mens en collega Michel.
uilekind moet slapen nu
in de ruime schelp uit de zee
zijn harde stem werd een schapevacht
zijn klagende stem tot rust gebracht
een wiegelied voert je mee
uilekind moet slapen nu
warm in mijn schelp uit de zee
de schelp draagt al je dromen mee
en zingt ze weer terug naar de zee
uilekind moet slapen nu
in de warme schoot van de zee
als je wakker wordt zal ik naast je staan
en samen zullen we spelen gaan
en alle vissen spelen mee
Michel Thys
Over Piet Hein leerden we lang geleden zingen dat zijn naam wel klein is maar dat “zijn daden bennen groot. Hij heeft gewonnen de zilvervloot.” Ook de naam van Michel Thys is niet bepaald lang, maar wat hij gepresteerd heeft, wat hij betekend heeft voor zijn groot gezin, voor zijn talrijke vrienden, voor de grote groep collega’s van eerst Pius X en later de Katholieke Vlaamse Hogeschool, in de volksmond “de Bomstraat” en nu de Lessiushogeschool, voor de duizenden leerlingen en studenten van de lerarenopleiding en de opleiding tot vertalers/tolken, voor de talloze gebruikers van de bloemlezing “De Ring”, voor Antwerpse theatergezelschappen en voor zoveel lezers uit zijn leesgroepen … dat is gewoon niet te benoemen met het adjectief ‘groot’. Er zou een nieuw epitheton bedacht moeten worden om bij benadering op te roepen hoe hij was. Bij Michel kon je ervaren wat vriendelijkheid is, hulpvaardigheid, mededeelzaamheid … maar ook reflectie, bezinning, esthetische beschouwing, weetgierigheid, wijsheid. Hij was vooral een man van taal en een man van boeken. Enthousiast kon hij mensen om hem heen warm maken voor een roman, een toneelstuk, een gedicht. Hij kon de taalkunst ook toetsen aan muziek en beeldende kunsten. Hij was de incarnatie van interculturele interesse, lang voor dat begrip een modewoord was geworden. Het Gilgamesjepos, Afrikaanse scheppingsmythen, Ts’au Sjuè Tsj’ins “De droom in de rode kamer”, Robert Musil, Albert Camus, Witold Gombrowicz, Hugo Claus, Lucebert … ze waren hem allemaal even vertrouwd. Het toneel had zijn bijzondere belangstelling: veel collega’s herinneren zich vast met weemoed de door hem georganiseerde theaterbezoeken en de stimulerende gesprekken achteraf in een of ander gezellig café. Hj schreef ook zelf theaterstukken en voerde die aanvankelijk op in de school met leerlingen en studenten. Later kwamen zijn stukken op het repertoire van gezelschappen in en om Antwerpen. Dat de woordenman Michel ook poëzie schreef, spreekt vanzelf. Wie zijn uitvaart bijwoonde en zijn gedichten las in het tekstboekje of op het gedachtenisprentje, weet wat poëzie is.
Hij woonde, zoals hij zelf schrijft, in een wereld van woorden, maar hij vergat nooit dat de woorden uit mensenmonden komen en dat ze hun leven danken aan wat mensen erin zaaien. Dit stukje moest kort zijn, zei de webmaster. Daarom moet veel over Michel hier onuitgesproken blijven. Ik weet dat mijn leven anders geweest zou zijn als ik hem niet ontmoet had, armer, enger, oppervlakkiger … Daarom leeft hij voort in mij en dat doet hij ook in zoveel mensen die met hem hebben mogen leven en werken, leren en genieten van wat mooi en menselijk is. Herman de Graef