Busschots Paul

°28.04.1936

†23.02.2020

leraar Economie in Pedagogisch hoger onderwijs van 1974 tot 1994


Het eerste stukje van deze tekst werd mede geïnspireerd door een goede collega van papa, waarvoor dank.

Op school stond mijn vader bekend als een echte vakman. Zijn lessen waren actueel en minutieus voorbereid. Collega’s waardeerden zijn vakkennis, bij studenten was hij graag gezien en op handen gedragen. Hij was veeleisend voor zichzelf, maar ook voor de lesvoorbereidingen van zijn studenten. Dit werd echter geaccepteerd, zijn beoordelingen waren eerlijk en objectief.
Zo was mijn vader heel gevraagd om het laatste nazicht en redactie te leggen aan nieuwe handboeken economie of om de belastingaangifte van collega’s in te vullen. Hier wou hij geen vergoeding voor, wat hem typeerde. Hij was iemand van principes, en stond niet graag in de kijker. Zo wou hij niet dat studenten tijdens zijn laatste schooljaar op de hoogte waren van zijn nakend pensioen, hij wou zich in alle rust en stilte kunnen terugtrekken.
Hij stond ook bekend om zijn hulpvaardigheid. Zo leerde hij een zoon van een zieke collega autorijden. Bij fietstochten met de collega’s was hij bezorgd voor diegenen die niet konden volgen of depanneerde hij achterblijvers met een lekke band.

Deze eigenschappen van jou, vader, waren ook heel herkenbaar in jouw gezin. Voor kinderen en kleinkinderen was je steeds paraat en bereid de handen uit de mouwen te steken. Je volgde de regels en je was correct, ik heb je nooit een verkeersovertreding weten maken. Ook wou je alles zo goed mogelijk doen, half werk was niet aan jou besteed.

Tijdens je pensioen werd je geconfronteerd met tegenslagen en gezondheidsproblemen. Je vroegere hobby’s verdwenen, zo mocht of kon je bijvoorbeeld niet meer fietsen, jouw favoriete hobby.
Onze wandelingen met moeder werden steeds ingekort, en de zin om te wandelen verdween langzaam bij jou.
Het leven is een koek die je rustig aan verorbert en waarvan je normaal gesproken geniet. Op een gegeven moment was die koek bij jou op, je had genoeg.
Zelfs al had je moeder nog, die zoveel zorg en inspanningen leverde om je terug goed te krijgen, bleek dit proces onomkeerbaar te zijn, en werd je levensmoe.
Uiteindelijk kwam je terecht hier in de wingerd, waar ik dankbaar om ben, ook hier heeft men je zo goed mogelijk trachten te verzorgen.

Nu kan je eindelijk rusten vader, je strijd is gestreden. Rust in vrede, je hebt het verdiend.
Johan Busschots

 

Aan mijn leermeester, collega, maar vooral goede vriend Paul Busschots.

Zowat 25 jaar geleden vernamen we dat je noodgedwongen alle contacten met bijna je hele netwerk van Pius X-collega’s wilde stopzetten. Aan onze jarenlange professionele, maar ook vriendschapsrelatie kwam zo bruusk een einde. Ik had het daar toen, en ook nog lang daarna, heel lastig mee om het te aanvaarden.

In het schooljaar 1968-1969 heb ik je leren kennen in mijn laatste regentaatsjaar als een gedreven en vakkundig economieleraar. Je had net een schooljaar als adjunct-directeur achter de rug, een functie die je helemaal niet lag.

Toen ik kort nadien zelf, samen met de start van het VSO, aan een Pius X-loopbaan begon, begon ook een jarenlange zeer intense samenwerking. Wekelijks volgden en beoordeelden we samen de oefenlessen van de studenten of volgde en besprak je met de aspirant-leraars mijn typelessen. Je legde aan de studenten een duidelijk stramien op betreffende hun voorbereiding en bordplan, zij wisten wat je van hen verwachtte. Je was onverbiddelijk voor lesgevers die hun voorbereiding verwaarloosden en daardoor een povere indruk nalieten, maar tegelijk ook vol lof voor diegenen die konden overtuigen als toekomstig leraar. Je werd door de studenten heel erg gewaardeerd en op handen gedragen. Professioneel werd het normaal dat we steeds op elkaar konden rekenen.

Toen ik, bijna als vanzelfsprekend in die VSO-tijden, samen met enkele collega’s, begon aan een carrière als auteur van economieleerboeken, was je steeds paraat om onze teksten na te lezen en te corrigeren waar nodig. Je deed dat zeer grondig en met alle plezier, zonder dat daar iets tegenover stond.

Wij werden niet alleen collega’s, maar ook vrienden buiten het schoolverband. Wij genoten van de vele etentjes met de economisten, maar ook van de meerdaagse fietstochten, je favoriete hobby!

Toen ik zelf zwaar ziek werd, en maandenlang buiten strijd was, stelde je zelf voor mijn 18-jarige zoon te leren autorijden. Hij slaagde schitterend voor zijn examen. Bovendien heb je in die tijd spontaan aangeboden het onderhoud van mijn tuin te verzorgen.

Je zoon, Johan, vertelde me dat je de laatste jaren van je leven emotioneel zwaar in de put zat. Ik vind het zo spijtig dat ik je niet tot steun kon zijn.

Je hebt nu de rust gevonden die je zo lang vruchteloos opzocht. Het ga je goed!

Paul Reyniers