Schuerewegen Jan

 

° 07.10.1933

† 05.01.2015

leraar Engels van 1963 tot 1991


DAG JAN,

Men zegt soms van mensen in hun laatste levensfase dat men moet oppassen wat men zegt in hun nabijheid want zij horen soms alles wat je zegt…wel Jan…ik hoop dat je ons hoort!

Ook toen je afscheid nam van het H. PIUS X-INSTITUUT eigende ik mij de eer toe u in de bloemekes te zetten en aangezien een aantal collega’s weerhouden waren om hier te zijn vroeg ik enkele collega’s toch om hun zeg te doen. Ik doe het dus in hun plaats en hoop dat de aanwezige collega’s zullen akkoord zijn met wat er te beluisteren valt over onze gewaardeerde Jan Schuerewegen!

Karel Van Dun, formuleerde het als volgt:

Beste Jan,

Jij was als collega onmisbaar op Pius X.

Jij was de oefenleraar voor de studenten die ik moest opleiden. Maar ik was de eerste die de praktijk van het talenonderwijs van jou geleerd heb. Daaruit is een hechte en vanzelfsprekende samenwerking ontstaan bij de begeleiding van toekomstige leraren. Jij was voor de studenten regentaat een inspirerend voorbeeld. Door jouw gesprekken met de leraren-in-spe werden ze gemotiveerd om onderlegde en menselijke leraren te worden.

Jij stond niet alleen vóór de klas, maar ook tussen de leerlingen. De leerlingen waren van jou niet bang maar ze respecteerden je.

En jij hebt bij velen een stevige basis gelegd voor Engels en Duits. Wie vermoedde dat jouw losse en vaak grappige lesstijl onderbouwd was met een grote professionaliteit. Getuige daarvan de reeksen leerboeken die mede door jou het licht hebben gezien. Talloze leerlingen in heel Vlaanderen hebben er hun eerste stappen Engels en Duits mee gezet. Je speelde een unieke rol in de vernieuwing van het vreemdetalenonderwijs.

Je kende niet alleen de kunst van het lesgeven, je WAS een KUNSTENAAR in het lesgeven. En je bezat de kundigheid om dat met velen te delen.

Jan, je was een levenskunstenaar.

Het ga je goed.

Vaarwel!

Karel Van Dun

 

Reinhart Wendelen, schreef het zo:

Jan,

In de rouwbrief staat dat je leraar was. Eigenlijk had er moeten staan dat je MOS-leraar was.

Voor de niet ingewijden: Middelbare Oefenschool Leraar. Een ambt waarvoor je geselecteerd werd, waarvoor je meestal eerst elders je strepen moest verdiend hebben. Zo werd jij uit het Sint-Pieterscollege in Leuven gevraagd om aan de Katholieke Normaalschool van Antwerpen les te komen geven.

En zo hebben we elkaar leren kennen in de jaren 65-66 toen ik student was aan die zelfde Katholieke Normaalschool van Antwerpen of kortweg Pius X. Ik volgde de richting Nederlands-Engels en we woonden de typelessen Engels bij Mijnheer Schuerewegen bij. Dat was een echte openbaring: zo hadden wij zelf nooit Engels gekregen. Een enthousiaste leraar voor een groep actieve en geboeide leerlingen. Toen het onze beurt was om oefenlessen te geven in jouw klassen stond je ons met raad en daad bij. Ik heb altijd gezegd dat ik mijn ‘stiel’ (want lesgeven is ook een ‘stiel’ in mijn ogen) dat ik mijn ‘stiel’ dus van jou heb geleerd; met alle ‘tricks of the trade’, zoals je zelf zei, erbij.

Onmiddellijk na mijn studies werden we collega’s. Ik ben er zeker van dat jij toen een goed woordje voor mij hebt gedaan.

En iedereen weet dat beginnen les geven nooit van een leien dak gaat. Maar opnieuw stond je me weer met raad en daad bij. Nu niet meer als leraar, maar als collega en later als vriend.

Je werkte mee aan ‘Living English’, toen hét leerboek Engels in Vlaanderen. En als het dan toch aan vernieuwing toe was, vroeg je me om mee in de ploeg te stappen. Een hele eer!

Maar we hebben niet alleen samengewerkt aan handboeken, of in de werkgroep Engels, of in het fameuze taallabo en noem maar op. We hebben samen ook veel plezier gemaakt. Dé Groep Engels had een naam voor de talloze etentjes bij elkaar met oeverloze discussies over het vak, de Jef en de Luc die het nergens over eens waren, maar als de beste vrienden naar huis keerden.

We zijn verschillende jaren samen naar Engeland getrokken, niet op vakantie, maar op ‘recyclage’ met een aantal collega’s en meestal een hele groep leerlingen. Velen van hen denken daar nog met heel veel plezier aan terug, daar ben ik zeker van.

Op Sorgvliet hebben we samen vele matchkes tennis gespeeld. Ook hier kon je me heel wat bijbrengen.

Toen ik je onlangs, na vele jaren, terug zag, miste ik je altijd lachende ogen.

Jij bent iemand die werkelijk geleefd heeft en zo iemand sterft nooit.

Het doet pijn dat je er niet meer bent; ik zag je graag, voor mij zal je nooit dood zijn.

Jan, until we meet again, may God keep you in the hollow of his hand.

Reinhart Wendelen

 

Persoonlijk heb ik hier niet veel meer aan toe te voegen, toch dit…

Het verheugt mij u de laatste maand nog tweemaal met enkele collega’s te hebben bezocht in het rustoord Lichtenberg van de Hoge beuken. Je werd er goed verzorgd en was er tevreden in de nabijheid van Huguette en je familie. Ik zag je toen enkele tranen wegpinken, ik zag je ook nog genieten van je laatste sigaretjes…ik fotografeerde je zo op onze school zoals je was tussen twee lesuren in, want je genoot zoveel van je sigaret als van het lesgeven!

DAG JAN…tot ziens!

Jef Deca

 

Jan,

Ik ben zo blij dat ik je mocht kennen.

Jij was het die de liefde voor de mooiste taal ter wereld bij me aanscherpte. En daardoor werd ik meer mens dan ik anders ooit had kunnen worden. Doordat wij die taal samen spraken, liet je me voelen dat onze woorden dan pas echt onze harten opende. Want het is nu eenmaal onze moedertaal, dat Antwerps.

Maar je leerde me ook de finesses van de taal van Shakespeare… en daar kan ik je niet dankbaar genoeg voor zijn.

Niet alleen kruidde het mijn leraren-leven, maar kon en kan ik genieten van de wereldliteratuur in zijn zuiverste vorm: onvertaald, dus onvervalst.

Calm, cool en collected… zo stond je voor de klas, ook toen ik als leerling jouw eerste woorden moest, of beter mocht, herhalen. This is a book… That is a door. En die simpele zinnetjes voedden bij mij de goesting om ‘step by step’ die tweede mooiste taal ter wereld te doorgronden. Je hebt het ooit ook met Duits bij mij geprobeerd… dat is je niet gelukt. Woorden als ‘Schmetterling’ en zelfs ‘Ich liebe dich’ … blijven een te groot obstakel.

Maar dat Engels dat lukte. Jij inspireerde me, samen met Walter, om ook te doen wat jullie duidelijk zo graag deden: lesgeven. En het is mijn leven kunnen worden dank zij jullie… en veel heeft te maken met de passie voor de job die jullie uitstraalden… elk op zijn manier. Jij deed het met een aangeboren ‘schwung’ – ok het is een Duits woord – maar gekoppeld aan jouw naam, kan het voor één keer. Die gedrevenheid, gekoppeld aan de kennis van je vak en de genegenheid die je van nature had voor je leerlingen… maakte je de leraar die ik ook wou worden. Het is niet voor niets dat Bart Peeters in een interview zei dat hij maar van één leraar echt Engels had geleerd… niet op de univ… maar op Pix van meneer Schuerewegen. En een grote meneer was je!

Toen ik mijn proefles kwam geven –want wij moesten bij een sollicitatie nog bewijzen dat we Pius X waard waren – zag ik na 5 minuten lesgeven dat je fier op je oud-leerling was… ondanks het feit dat er nog serieus aan geschaafd moest worden. En dat deed je de jaren daarna: jij was mijn vakmentor die voor elk moeilijk vakonderdeel een simpele didactische insteek suggereerde. Ik ben ze altijd blijven gebruiken.

En dan na de uren, in de bar kreeg ik van jou ook nog levenslessen. Niet saai, belerend of betweterig, maar weer maar eens met een diepmenselijke warme kijk op het leven zoals het is. Monkelend, met twinkelende jongensachtige ogen … maar o zo wijs.

Jan, ik geef het toe, ik heb geweend toen ik afscheid van je kwam nemen. Ik zag je graag … en jij mij ook, dat las ik in jouw ogen de laatste keer dat we elkaar toevallig zagen. Ik heb je toen kunnen zeggen dat ik zoveel van jou geleerd heb, en daar ben ik blij om.

Jan, je geliefde Huguette waarvoor je alles deed, is eigenlijk gezegend door haar ziekte… zij kan je daardoor niet missen. Ik doe dat des te meer.

Jan, ik ben zo blij en dankbaar dat ik je mocht kennen.

Marc Fransen, 9 november 2015

 

Zoveel gewerkt en gelachen samen met Jan! Zo vaak samen rond de tafel gezeten met een heerlijk glaasje wijn. Ook Pol Engels en Jef Dentant waren er vaak bij. Later kwam ook Reinhart Wendelen de enthousiaste groep handboekschrijvers aanvullen. Living English en The Magic Key schrijven was meer dan didaktiek. Die van het vak Engels hadden een hechte band.

Jan kon ook zo genieten van een gezellige babbel bij een pintje bier. Vertellen kon hij goed en lesgeven kon hij als geen een. Tijdens de sessies didactiek voor het vak Engels in het regentaat konden wij perfect en ongedwongen op elkaar inspelen. Het was bijna een spel.

En dan de degustatieavonden, ook samen met Pol en Luc en Bert! Nee, flessen van mindere kwaliteit kwamen niet op tafel, het ging telkens om supergoeie Franse wijn.

Jan, een rasechte van Groot Antwerpen, was een Bourgondiër, een uitstekende leraar, een uitmuntend lesgever leraar, maar ook een sportman. Tennis was een stuk van zijn leven, dat en zijn familie. Hij was tevens een trotse vader. Hij kon echt in bewondering staan voor de prestaties van zijn kinderen. Bij dat alles bleef hij de eenvoud zelf. En wat hij ook vertelde werd met een vleugje humor opgesmukt.

Ik blijf dankbaar voor zijn collegialiteit en zijn gulle vriendschap.

Etienne Becuwe